Do’s

Breng organisaties en mensen bij elkaar om samen vast te stellen waar de kansen liggen in de wijk. Dat kan heel goed betekenen dat je de energie-insteek loslaat en iets oppakt wat bewoners bezig houdt. Er zal altijd ruimte zijn voor aandacht voor het energievraagstuk. Zeker nu de energieprijzen een thema zijn in iedere woning. Laat ieder doen wat hij/zij leuk vindt (wijkbewoners) of wat zijn kerntaak is (organisaties). En kijk hoe je daar samen meer van kan maken dan alleen, hoe je elkaar daarmee kunt helpen. Daarbij geldt in ieder geval:

  • Wees geduldig en nieuwsgierig. Wat leeft er in deze wijk? Wie zijn er actief (organisaties en individuen), Wat brengt mensen samen? (De hoge energieprijs kan in veel gevallen zo’n bindmiddel zijn!).
  • Weet wat bewoners nodig hebben om in beweging te komen?
    • Vertrouwen
    • Professionele ondersteuning
    • Lokaal advies (coaches, fysiek energieloket)
    • Geld
    • Voorbeelden

Dont’s

  • Haast is een slechte raadgever. En… het is niet nodig. 2050 is nog ver weg. Stippel geen inhoudelijk traject uit, maar een procesmatig traject. Wanneer is welke wijk aan de beurt? Neem de tijd.
  • Respect is een belangrijke raadgever. Het uitgangspunt moet zijn dat iedereen binnen zijn mogelijkheden het maximale doet. Daarbij past wel een kritische benadering, maar geen verwijten.
  • Geld kan een splijtzwam worden. Want er komt zeer waarschijnlijk heel veel geld vrij voor de energietransitie. En als er veel geld vrij komt…
    • … dan gaan we erom vechten. Doe het niet. Bekijk samen wat je wilt en bekijk dan wie dat het beste kan. Gebruik het geld om dat mogelijk te maken en mobiliseer dan als eerste het lokale veld. Professioneel en vrijwillig. En zorg dat de bewoners de eigenaars zijn en de professionals de ondersteuners,
    • … dan komen er (nieuwe) commerciële partijen op ‘de markt’. Met mooie beloften over effectieve en goedkope aanpakken. Ze zijn nodig, maar laat ze niet het lokale traject overnemen.